PensioenPost #11 – Indexatietoezeggingen waar je op kunt bouwen?
In het verleden waren verschillende bouwbedrijven vrijgesteld van verplichte deelname aan het bedrijfstakpensioenfonds Bouw (BpfBouw).
In het verleden waren verschillende bouwbedrijven vrijgesteld van verplichte deelname aan het bedrijfstakpensioenfonds Bouw (BpfBouw).
Al geruime tijd bestaat er in Nederland discussie over de vraag of pensioenfondsen met een uitkeringsovereenkomst omzetbelasting (btw) moeten betalen over de rekeningen van hun vermogensbeheerders.
In een recent arrest heeft de Hoge Raad duidelijkheid gegeven over de vraag of de verhuurder bij wijze van opschorting zijn verplichting tot het verschaffen van huurgenot mag opschorten, bijvoorbeeld door de sloten van het gehuurde te vervangen. De Hoge Raad bevestigt in deze kwestie (die bedrijfsruimte betrof) dat dit inderdaad onder omstandigheden kan.
Advocaat-generaal Lindenbergh heeft vorige week zijn conclusie uitgebracht in het gehaktballenarrest.
Op 4 maart 2024 is een wetvoorstel voor de wijziging van de Wet maximering huurprijsverhoging geliberaliseerde huurovereenkomsten verstuurd naar de Tweede Kamer. Deze wet, ingegaan op 1 mei 2021, loopt per 1 mei 2024 af. Het doel van het wetsvoorstel is om de wet te verlengen. De wet verbiedt het verhuurders van woningen in de vrije sector om meer dan een gemaximeerd percentage aan huurverhoging door te voeren.
De 30%-regeling is de laatste tijd veel in het nieuws, vooral omdat de regeling aan alle kanten versoberd wordt. Dit maakt het moeilijker voor werkgevers om hooggekwalificeerd personeel uit het buitenland aan te trekken. De potentiële vijver waarin kan worden gevist lijkt daardoor kleiner te worden. Maar, die potentiële vijver, hoe groot is die dan precies? Daarover ging een rechtbankprocedure die we onlangs voerden. Conclusie: De rechtbank Arnhem – Leeuwarden is - met ons – van oordeel dat de reikwijdte van één van de (salaris)voorwaarden voor jonge hoogopgeleide werknemers ruim moet worden uitgelegd. Dit betekent dat niet alleen werknemers met een diploma behaald aan een universiteit, maar ook werknemers met een wo-diploma behaald aan een hogeschool kwalificeren voor toepassing van de 30% regeling.
De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op 10 januari 2024 een uitspraak gewezen waarin de kantonrechter oordeelde dat de verhuurder gerechtigd was om vastrecht in rekening te brengen bij de huurder voor levering van warmte door middel van een WKO-installatie. De warmte werd aan de huurder geleverd door een derde-exploitant.
Ontdek de cruciale rol van pensioenschade bij de billijke vergoeding in arbeidsrechtelijke geschillen. Recente uitspraken, zoals die van de Rechtbank Rotterdam en het Hof Amsterdam, belichten de complexiteit rondom pensioenclaims. Terwijl sommige rechters schattenderwijs pensioenschade vaststellen, benadrukken anderen de noodzaak van een gedegen onderbouwing. Werknemers en werkgevers staan voor strategische keuzes in deze juridische arena. Ontdek de diverse oordelen van rechters en ontrafel of er een rode draad zit in deze cruciale kwestie.
De energieleidingen in een appartementencomplex zijn doorgaans aan te merken als een net. Daardoor is rechtstreekse levering van elektriciteit door een verhuurder (bijvoorbeeld opgewekt met zonnepanelen) aan huurders van een appartementencomplex niet toegestaan zonder een ontheffing voor het beheer van een privaat net. Omdat huurders van een appartementencomplex doorgaans huishoudelijke afnemers zijn, komt een verhuurder voor die ontheffing niet in aanmerking. Ook heeft een verhuurder een vergunning nodig voor de energielevering aan kleinverbruikers. Het wetsvoorstel voor de nieuwe Energiewet lijkt een opening te bieden voor de all-in verhuurconstructie.
Vanaf 1 januari 2024 mag inhouding van dividendbelasting onder voorwaarden achterwege blijven bij dividenduitkeringen aan lichamen die niet (of gedeeltelijk) zijn onderworpen aan vennootschapsbelasting. Dit is relevant voor onder meer verenigingen en stichtingen, maar ook voor subjectief vrijgestelde lichamen zoals pensioenfondsen.
Variabele rente bij consumentenkrediet is sinds 2012 ‘trending topic’ en heeft tot meerdere compensatieregelingen geleid. Naar aanleiding van uitspraken van het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFiD) zijn er – op dringende aanmoediging van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) - door diverse kredietverstrekkers zelfs vergaande compensatieregelingen opgesteld voor mensen die een consumentenkrediet hadden met een variabele rente. De rechtspraak kiest weer een heel andere insteek over dit onderwerp, waarbij het hof Arnhem Leeuwarden een andere lijn volgt dan het hof Amsterdam en het hof Amsterdam recentelijk van koers gewijzigd is.
Het Gerechtshof Den Haag heeft op 11 oktober 2022 arrest gewezen over het opslagwijzigingsbeding bij hypotheken met een variabele rente, de zogenaamde Euribor-hypotheken (ECLI:NL:GHDHA:2022:1983) . Dit arrest is de [voorlopig] laatste schakel in een reeks jurisprudentie over een opslagwijzigingsbeding bij variabelrentende hypotheken, die consumenten hadden afgesloten bij ABN AMRO en Fortis. De rentebetalingen bestonden bij deze hypothecaire leningen uit het variabele Euribor rentetarief vermeerderd met een opslag. De leningsdocumentatie bevatte bedingen op grond waarvan de bank de opslag eenzijdig mocht wijzigen (de “Wijzigingsbedingen”). In de collectieve 'Stop de Banken' procedures is de geldigheid van deze Wijzigingsbedingen getoetst aan de Richtlijn Oneerlijke Bedingen. Na het arrest van de Hoge Raad waarin een helder kader geschetst heeft, is het geding verwezen naar het hof Den Haag.